Chat with us, powered by LiveChat

Module 2. Motivatie

Les 1 Welk doel wil je halen?

 

 

 

Een doel is een droom met een deadline

 

Als je iets heel graag wil, ben je gemotiveerd om het te doen. Je wil het zelfs zo graag dat je niet kan wachten om ermee te beginnen. Hoe gemotiveerd ben jij om dit schooljaar beter te prseteten dan vorig schooljaar? Wat zou je willen bereiken?

Hogere cijfers, vrienden maken, met plezier naar school gaan, etc.  Als je blij bent, gaat alles beter. Ook hoe je presteert op school. Hoe werkt dat? Daarover gaat deze les.

 

Na deze les weet je hoe je het dit schooljaar leuker, beter of gemakkelijker kunt maken dan vorig schooljaar.

 

 

Terugkijken

 

De laatste les van de vorige module ging over ‘succes vieren’. Houdt iedereen zich aan de afspraken? Hoe vind je de sfeer in de klas? Kan het beter? En hoe dan?

 

Noteer verbeterpunten in je notitieboekje.

Of op je compute bijvoorbeeld in het mapje ‘Motivatie’. Bespreek dat met je klasgenoten. Schrijf eventuele tips op in je notitieboekje of bewaar dat op je computer. Als er een deadline is, zet die dan in je agenda.

 

 

Bekijk de video.

 

Schrijf goede tips in je agenda of in je notitieboekje.

Die kan je erbij pakken als je je voorbereidt op een toets.

 

 

Stap 1 Kies een einddoel

 

 

Als je doet wat je altijd deed, zal je krijgen wat je altijd kreeg.

 

Wat ging er vorig jaar goed? Was je tevreden met je rapportcijfers? Kon je je goed concentreren? Had je een goed gevoel bij je klas? Of valt er nog wel iets aan te verbeteren?

 

 

 

OPDRACHT 1. Wat wil je dit schooljaar bereiken?

 

Denk terug aan vorig schooljaar.

Wat ging er vorig jaar goed? Wat kan er volgens jou beter? Welk doel wil je aan het eind van dit schooljaar hebben gehaald? Zet dat in je notitieboekje of sla het op op je computer. .

Bijvoorbeeld: ‘Dit schooljaar wil ik betere cijfers halen. Of ‘’Dit schooljaar wil ik erachter komen wat ik écht leuk vind.’

Stap 2  Maak je doel ‘SMART’

 

 

Als je de weg weet, kom je een stuk sneller waar je wezen wil.

 

Door je doel SMART te maken, weet je beter wat je echt graag wil. Als je graag iets wil, gaat dat gemakkelijker. Daardoor ben je meer gemotiveerd.

 

 

Wat betekent ‘SMART’?

 

Specifiek: duidelijk geformuleerd

Meetbaar: je kan achteraf ‘meten’ of het echt gehaald is.

Aanvaardbaar: je denkt dat je het aan kan.

Realistisch: het is te doen.

Tijdgebonden: er zit een deadline aan.

Het maakt doelen inzichtelijker en stelt er deadlines aan.

 

 

OPDRACHT 2. Hoe maak je je doel ‘SMART’?

 

Schrijf je doel in je notitieboekje.

Of bewaar het op je computer. En maak het daarna SMART. Zet het ook in je agenda op de dag dat je je doel wil hebben bereikt. En bijvoorbeeld ook elke week op maandag. Dan denk je er elke keer aan. Denk daar de komende week over na. Overleg eventueel met vrienden of je ouders.

 

Om de kans dat je je doel haalt, te vergroten, kan je je einddoel verdelen in subdoelen. Elk subdoel is een stapje op weg naar het einddoel. Zo kan je weekdoelen bepalen of maanddoelen. Kijk bijvoorbeeld elke week terug op wat je gedaan hebt. Houd ook bij welke cijfers je haalt. Zo kan je op elk moment uitrekenen hoe je er gemidddeld voor staat. Vraag je steeds af: wat kan er beter? Leer van je fouten! Schrijf het zo op dat het je motiveert.

Let op: waar word jij blij van? Gebruik dat ook op school.

 

 

 

WAT HEB JE GELEERD?

 

Deze les heb ik geleerd wat ik kan doen om mijn doel te bereiken.

 

 

Challenge

 

Noteer verbeterpunten in je notitieboekje.

Of op je computer. Bespreek je einddoel met je vrienden of je ouders en pas je eindversie eventueel aan.

 

Inhoudsopgave

Les 1. Welk doel wil je halen?

Les 2. Hoe ga je dat doel halen?

Les 3. Wanneer heb je het doel gehaald?

Terug naar hoofdpagina