Chat with us, powered by LiveChat

Module 1. Slim Leren

Les 2 Gebruik je gezonde verstand

 

 

 

Als je leert, kan je daarbij twee dingen goed gebruiken: je gezonde verstand en je brein. Je gezonde verstand helpt je om goed en slim te leren, en je brein helpt je om beter om te gaan met je gevoelens. Want ook die spelen daar gek genoeg vaak ook een rol bij. Als je je goed voelt, gaat het leren beter dan als je je niet goed voelt Deze les gaat over wat je aan je gezonde verstand en brein kan hebben.

 

Deze les leer je hoe je je verstand kunt gebruiken om beter (slimmer) te leren.

 

 

Terugkijken

 

De vorige les heb je teruggekeken op hoe je het leren vorig jaar hebt aangepakt. Wat heb je daarvan over jezelf opgestoken?

 

Bespreek dat met de klas.

Als je goede tips hoort, noteer die in je agenda of je notitieboekje. Nog makkelijker is het om alles te bewaren  op je computer. Bijvoorbeeld: in een mapje ‘Slim leren’.

 

 

 

Bekijk de video

 

Schrijf goede tips in je notitieboekje of bewaar ze op je computer.

Dat kan je erbij pakken als je je voorbereidt op een volgende toets.

 

 

Wanneer heb je weer een toets?

 

Zet die in je agenda op de dag dat je de toets hebt.

 

 

Stap 3 Hoe maak je een planning?

 

 

Wat ging er vorig jaar goed? Was je tevreden met je rapportcijfers? Had je een goede werkhouding? Kon je je goed concentreren? Had je een goed gevoel in je klas? Of valt er nog wel iets aan te verbeteren? In beide gevallen zit je goed. Want dit jaar ga je leren leren. Dat doe je door na te denken over wat je vorig jaar niet zo goed deed, en vooral hoe dat dit jaar beter kan.

 

Let op!

Om te beginnen iets over je gezonde verstand. Je hersenen bestaan uit hersencellen. Die worden allemaal met elkaar verbonden. Door lesstof te herhalen, worden die verbindingen sterker. Door lesstof op verschillende manieren te leren, leggen de hersencellen nieuwe verbindingen. Met andere woorden door lesstof te herhalen en daarbij te variëren, leer je op de beste manier.

 

 

Doelen & plannen

 

Als je jezelf een doel stelt, bepaal je ook wanneer je dat doel gehaald wilt hebben. Dat kan over een dag zijn, of over een paar dagen, een week of een maand. Dat zijn korte termijn doelen. Maar je kan je ook doelen stellen die je op de langere termijn gaat halen. Bijvoorbeeld na een jaar of meerdere jaren.

Die langere termijn doelen kan je weer onder verdelen in korte termijn doelen. Als je begint met de lange termijn, kan je die doelen onderverdelen in sub-doelen op de kortere termijn. Zo houdt je overzicht over je aanpak en werk je stap voor stap toe naar je einddoel

Als je weet wat je lange termijn doel is, bepaal dan meteen je sub-doelen. Aan die doelen en subdoelen, hang je dan een planning. Dan weet je op elk moment of je al of niet op schema zit.

 

Bepaal een lange termijn doel

Wat wil je dan bereikt hebben? Noteer dat in je agenda.

Stap 4 Maak 10 maandplanningen

 

 

Verdeel nu dit schooljaar in maanddoelen. Plak aan elk sub-doel een planning: wat wil je aan het eind van elk sub-doel bereikt hebben? Met die sub-doelen samen, bereik je – als het goed is – aan het eind van het schooljaar je einddoel.

 

 

 

OPDRACHT 2. Hoe bepaal je een sub-doel?

 

Bepaal je sub-doelen.

Maak het einddoel SMART. En verdeel dan het einddoel in sub-doelen. Maak met die sub-doelen een Plan van Aanpak.

 

Bijvoorbeeld: Op 1 juli is de deadline voor het einddoel. Dan moet je dat einddoel hebben gehaald. En stel dat je einddoel is om dan gemiddeld een 7,5 te staan. Eind vorig jaar was dat net aan een 5,5. Je moet dus 2 cijferpunten omhoog, dat is 0,2 punt gemiddeld per maand. Wat doe je eraan om elke maand dat sub-doel te halen?

Bijvoorbeeld: op tijd op school komen, minder spijbelen, vaker mijn huiswerk doen, elke dag een planning maken, beter concentreren, beter opletten in de les, etc.

 

 

 

WAT HEB JE GELEERD?

 

Na deze les weet je hoe je een efficiënte lange en korte termijnplanning maakt.

 

 

Challenge

 

Kijk nu elke week of je je aan je weekplanning hebt gehouden en dus je sub-doel hebt gehaald. De volgende les bespreken we of je er iets aan hebt gehad. En of het nu beter gaat dan vorig jaar.

 

Bespreek dat met de klas.

Noteer eventuele tips in je notitieboekje of op je computer.

Inhoudsopgave

Les 1. Hoe kijk je terug op vorig jaar?

Les 2. Gebruik je gezonde verstand?

Les 3. Hoe help je het brein?

Terug naar hoofdpagina