Les 2 Wat is je passie?

Waar kan je helemaal blij van worden,? Wat wil je de hele dag wel doen? En desnoods een miljoen – als je dat had – in willen investeren? Dat is je passie. Daarover gaat deze les.

Na deze les weet je wat je passie is en waarom.

Reflecteren

De vorige les ging alleen maar over positiviteit. Ik hoop dat je dat een prettig gevoel heeft gegeven. Wat heb je daarvan geleerd of al in de praktijk gebracht? Waar ben je dankbaar voor? Wie wil daar iets over vertellen?

Bewaar goede tips in je notitieboekje of op je computer in het mapje ‘Positief denken’.

Bekijk de video bij deze les

Bewaar goede tips in je notitieboekje of op je computer.

Een passie herken je door verlangen of enthousiasme. Dat is wat anders dan een natuurtalent. Andersom kan je best een talent hebben, maar is dat niet je passie.

Passie is een drijfveer. Je wordt zo enthousiast en gemotiveerd van datgene waar je passie voor voelt, dat de kans op slagen groot is. Passie leidt ertoe dat je op een natuurlijke manier bereid bent meer tijd en energie te investeren, en zo behaal je eerder succes.

Stap 3 Wees lief voor jezelf

Wees lief en vooral niet te streng voor jezelf. Je kan boos zijn op jezelf als je iets niet goed hebt gedaan, maar wat heb je daaraan? Je kan jezelf verwijten dat je een onvoldoende hebt gehaald. Maar wat heb je eraan?

Daar is maar één oplossing voor: zeg tegen jezelf: ‘Dit gaat me niet meer gebeuren!’ Leer van je fouten en geniet van het resultaat. Maak jezelf blij! Beloon jezelf!

OPDRACHT 1. Wat kan je doen om lief voor jezelf te zijn?

Kijk waar je allemaal blij van kunt worden.

Stap 4  Verplaats je in andere mensen

Als je zelf positief in het leven staat, en dat uitstraalt, trek je automatisch positieve mensen aan. Ook daar kan je dankbaar voor zijn. Deze les gaat hoe je ongemerkt negatief denkt. Ook als je erachter komt hoe vaak je negatieve gedachten hebt over jezelf en anderen, kan je daar heel blij van worden.

Hoe zit dat precies?

Praat jij wel eens negatief over mensen. Dat kan zijn over mensen in je directe omgeving, mensen war je van houdt. Of over mensen die je niet eens kent.

Bijvoorbeeld: je praat over vluchtelingen die je ‘gelukszoekers’ noemt. Of ‘profiteurs’. Je vindt dat ze terug moeten naar waar ze vandaan komen. Ons land is vol! Of dat je ze niet moet helpen, anders blijven ze komen. Herken je dat? Mijn vraag: zou je met deze vluchtelingen willen ruilen? Zou jij in zo’n gammel bootje de zee over willen varen, met het gevaar dat je verdrinkt? Zou jij in een land dat je helemaal niet kent, willen wonen. Etc.

Oké, verplaats je nu eens in zo’n vluchteling. Bedenk hoe hij in Afrika woont, hoe het is om op een oneindige zee met tientallen mensen te zitten,. Bedenk dat je helemaal alleen bent, je hebt hier helemaal geen familie. Hoe zou zo iemand zich voelen? En denk je dan in dat iemand dat er allemaal voor over heeft om hier miljonair te worden? Zou jij dat er voor over hebben?

Opdracht 1  Welke negatieve gedachten heb je wel eens over je vriendinnen of vrienden?

Schrijf die op.

Maak deze negatieve gedachten positief. Denk hoe ze ook zijn, wat ze voor anderen doen of waarom ze je vrienden en vriendinnen zijn.

WAT HEB JE GELEERD?

Deze les heb ik geleerd hoe ik mezelf blij kan maken door anders over mensen te denken.

Challenge

Gebruik deze informatie de komende week.

De volgende les bespreken we wat je daaraan hebt gehad.