Module 1 | Maak van jouw klas een topklas!
Les 1 Welk doel wil je halen?
Een doel is een droom met een deadline
Motivatie is wat je enthousiast voor iets maakt. Je bent gemotiveerd als je iets heel graag wil. Je wil het zelfs zo graag dat je niet kan wachten om ermee te beginnen. Wat zou je dit jaar op school kunnen motiveren?
Bijvoorbeeld: hogere cijfers, vrienden maken, met plezier naar school gaan, etc. Als je gemotiveerd bent, voelt dat goed. Zelfs als het gaat om iets op school. Hoe werkt dat precies? Daarover gaat deze les.
Na deze les weet je hoe je het dit schooljaar leuker, beter of gemakkelijker kunt maken dan vorig schooljaar.
Terugkijken
De laatste les van de vorige module ging over ‘succes vieren’. Is er al iets gevierd? Houdt iedereen zich aan de afspraken? Hoe vind je de sfeer in de klas? Kan het beter? En hoe dan?
Noteer verbeterpunten in je notitieboekje.
Of op je computer bijvoorbeeld in het mapje ‘Motivatie’. Bespreek dat met je klasgenoten. Schrijf eventuele tips op in je notitieboekje of bewaar die op je computer. Die kan je misschien later gebruiken. Als er een deadline is, zet die dan in je agenda. Een deadline is de datum waarop iets klaar moet zijn.
William James is de naam van onze Chatknop. Als je vragen hebt bij een les of bij een vak dan kan je die aan hem stellen. Je kan bijvoorbeeld alle stappenplannen opvragen, oefenen uit de methode of vragen stellen als je iets niet begrijpt. Bijvoorbeeld bij wiskunde.Wat nu als je een vraag stelt waar hij geen antwoord op weet? Stel dan je vraag op een andere manier. Beschrijf het probleem in de Chatknop. Net zolang tot je het wel begrijpt.
Bekijk de video
Bekijk de video. Hoor je goede tips, sla die dan op in het mapje ‘Jouw klas’. Je mag het ook een andere naam geven. Als jij maar begrijpt wat het betekent. En waar je het kan vinden.
Als je goede tips hoort, bewaar ze in het mapje op je computer. Gebruik die informatie als je een toets gaat voorbereiden of maken. Als je liever wil schrijven, koop dan een notitieboekje bij de Action, de Hema of een andere winkel.
Stap 1 | Kies een einddoel.
Als je doet wat je altijd deed, zal je krijgen wat je altijd kreeg.
Wat ging er vorig jaar goed? Was je tevreden met je rapportcijfers? Kon je je goed concentreren? Had je een goed gevoel bij je klas? Of valt er nog wel iets aan te verbeteren?
‘Als je doet wat je altijd deed, zal je krijgen wat je altijd kreeg. Dat betekent: als je altijd hetzelfde doet, zal er niets veranderen. Bijvoorbeeld: vorig jaar maakte je huiswerk niet. Daardoor haalde lage cijfers. Als je dit jaar hetzelfde doet, krijg je dezelfde lage cijfers. Wat kan je daaraan doen?
Opdracht 1 | Wat wil je dit schooljaar bereiken?
Denk terug aan vorig schooljaar.
Wat ging er vorig jaar goed? Wat kan er volgens jou beter? Welk doel wil je aan het eind van dit schooljaar hebben gehaald? Zet dat in je notitieboekje of sla het op op je computer. .
Bijvoorbeeld: ‘Dit schooljaar wil ik betere cijfers halen. Of ‘’Dit schooljaar wil ik erachter komen wat ik écht leuk vind.’
Als je je niet prettig voelt in de klas, waarom is dat? Doen je klasgenoten naar tegen jou? Of omdat je denkt dat de lesstof te moeilijk is. Praat erover met de mentor. of je docent.
Stap 2 | Stel vragen
Door je doel SMART te maken, weet je beter wat je echt graag wil. Als je graag iets wil, gaat dat gemakkelijker als je het SMART maakt. Daardoor ben je meer gemotiveerd.
Wat betekent ‘SMART’?
Specifiek: duidelijk geformuleerd
Meetbaar: je kan achteraf ‘meten’ of het doel echt gehaald is.
Aanvaardbaar: je denkt dat je het aan kan.
Realistisch: het is te doen.
Tijdgebonden: er zit een deadline aan.
Dus de beginletters van deze 5 woorden, vormen samen het woord SMART. Het maakt je doelen duidelijker.
Opdracht 2 | Hoe maak je je doel SMART?
Schrijf je doel in je notitieboekje.
Of bewaar het op je computer.
Maak je doel SMART! Zet in je agenda wanneer je dat doel wil hebben bereikt. Als dat nog ver weg is, verdeel die periode dan in een aantal kleinere periodes.
Bijvoorbeeld: als je je doel dit schooljaar wil halen, kan je het in 10 maanddoelen verdelen. Dit noemen we sub-doelen.
Je deadline is aan het eind van dit schooljaar. Je doel is: ‘Gemiddeld een 7 op het eindrapport’. Dan kan je per maand een gemiddelde als sub-doel bepalen.
Bijvoorbeeld: Vorig jaar stond je gemiddeld een 6. Dan kan je als doel stellen om elke maand 1/10de punt hoger te staan. Dus elke maand gemiddeld 1/10de punt hoger. De eerste maand 6,1, de tweede maand 6,2, etc. In 10 maanden sta je dan gemiddeld op een 7. Denk daar de komende week over na. Overleg eventueel met vrienden of je ouders.
Schrijf je sub-doel in je agenda bij het begin van de maand. Kijk bijvoorbeeld elke week terug op wat je gedaan hebt. Houd ook in je agenda bij welke cijfers je hebt gehaald. Vraag je steeds af: wat kan er beter? Leer van je fouten!
Stap 3 | Doe het stap voor stap.
Als je een einddoel hebt, kan je dat in sub-doelen verdelen. Dat kan je vergelijken met een trap: je einddoel heb je gehaald als je bovenaan de trap bent gekomen. Alle treden die je nodig hebt om boven te komen zijn de sub-doelen. Zonder die treden kom je niet boven.
Elk subdoel ga je één voor één halen. Bepaal bij elk subdoel een deadline. Dat is de datum waarop je je sub-doel wil hebben gehaald.
Bijvoorbeeld: de laatste dag van elke mand.
Wat kan jou motiveren om je doelen te halen?
Bijvoorbeeld een duidelijk einddoel, respect, als alles goed gaat, etc. Let op: waar word jij blij van? Ga om met mensen die ook zo blij zijn.
Opdracht 3 | Welke vragen kreeg jij?
Verdeel je einddoel in sub-doelen.
Bepaal hoeveel sub-doelen nodig zijn. Bedenk hoe elk subdoel je dichter bij je einddoel brengt. Wat is de deadline? Zet die deadlines in je agenda. Dan vergeet je ze niet.
Bedenk ook hoe je jezelf gaat belonen als je elk sub-doel hebt gehaald. Bij ieder sub-doel, kom je dichter bij je einddoel.
Als je denkt: het gaat me lukken, heb je een grotere kans dat het echt lukt. Dat maakt het makkelijker om te doen wat nodig is om je doelen te bereiken.
Hoe pak je het aan?
Stap 4 | Bepaal welke sub doelen je wilt halen.
Het kan je helpen als je je einddoel kan visualiseren. Dat betekent dat je voor je ziet hoe de situatie is als je je einddoel hebt gehaald. En wat je daarvoor hebt gedaan. Dat kan je ook doen voor elk sub-doel.
Opdracht 4 | Hoe ga je je sub doelen halen?
Visualiseer je einddoel en je subdoelen.
Hoe ziet jouw leven eruit als je die sub-doelen en je einddoel hebt gehaald? En wat heb je daarvoor moeten doen? Beschrijf dat in je notitieboekje. Of sla het op op je computer.
Mocht je motivatie-tips horen of tegenkomen, zet die daar dan bij. Zet belangrijke dingen die je kunnen motiveren ergens in je agenda.
Stap 5 | Maak een plan.
In een plan staat precies wanneer je wat moet doen om op tijd klaar te zijn.
- hoe ga je het aanpakken?
- Wat moet je daarvoor weten of kennen?
- Wanneer ga je iets doen?
- En wie kan je daarbij helpen?
Daarover gaat deze les.
Als je een grote taak moet doen of een planning wil maken, kan een kolommen schema je helpen. Daarmee maak je de toets of de planning duidelijk. Dan zie je op elk moment wat je hebt gedaan en wat je nog moet doen. Een Plan van Aanpak is zo’n kolommen schema.
Hoe maak je een Plan van Aanpak?
Wat? | Wanneer? | Hoe? | Waar? | Opmerking |
Gebruiksaanwijzing
- Vul eerst de eerste kolom in: ‘Wat ga je doen?’
- Daarna vul je de kolom ‘Wanneer’ in: Wanneer ga je dat doen?
- Vervolgens in kolom 3 zet je hoe je het gaat aanpakken.
- En bij kolom 4 zet je waar je het gaat doen.
- Dat doe je in volgorde van tijd. Bovenaan staat wat je het eerste wil doen. Etc.
- Mocht je nog een opmerking hebben, schrijf dat in kolom 5.
Opdracht 5 | Maak je plan van aanpak op je computer.
Maak je plan van aanpak op de computer.
Goede tip:
Er zijn allerlei handige apps om je te motiveren. Het is mogelijk om stappen in te stellen die je één voor één af kunt vinken. V
ergeet niet om je successen te vieren, elke keer dat je weer een stap hebt afgerond. Zoek online welke bij jou past en gebruik die! Beloon jezelf!
Gebruiksaanwijzing
Stap 6 | Vier successen.
In een Plan van Aanpak zet je wat je moet doen om je doel te halen. Als je je doel in 3 stappen wil halen, noteer dan 3 deadlines. Dat beteent dat je stap voor stap toe werkt naar het einddoel.
Gebruik het PvA om je voortgang te meten. Zit je nog op schema? Heb je je aan je taken gehouden? Of moet je het schema of je werkwijze aanpassen?
Opdracht 6 | Hoe ziet jouw plan van aanpak eruit?
Check je Plan
Pas eventueel informatie aan. Je kan dit per week of per maand aanpassen.
Drie keer is scheepsrecht. Bedenk dus weer in groepjes wat successen zouden kunnen zijn. Bedenk ook hoe je elk succes gaat vieren. Daarna bepalen jullie welke successen gevierd gaan worden. En hoe je dat gaat aanpakken. Je kan ook iemand uit de klas kiezen die dat organiseert.
Wat heb je geleerd?
Deze les les heb ik geleerd dat je samen sterk kunt staan.
Challenge
Als je nu een probleemtegenkomt, dat je vorig jaar ook had, dan weetje waarje terecht kunt. Maak daar gebruik van.
De volgende les bespreken we hoe je dat hebt ervaren? Wat is het resultaat en ben je daar tevreden mee? Waarom wel en waarom niet?
Extra opdracht
Als je vragen hebt of iets niet begrijpt, schrijf die in je agenda. Zet erbij aan wie je dat wil vragen. Probeer eerst William James.