Module 1 | Maak van jouw klas een topklas!
Les 3
Hoe leer je je huiswerk?
De laatste les van deze module gaat over afleiding. Als je wordt afgeleid, kan je je niet meer concentreren. Dan kan je fouten maken of de lesstof minder goed onthouden. Best belangrijk dus. Wat doe je als je wordt afgeleid? Daarover gaat deze les.
Na deze les weet je op welk moment je je huiswerk het beste kan leren.
Terugkijken
Hoe heb je je huiswerk in je agenda gezet? Wat staat er nog meer in je agenda? Vind je een agenda handig?
Als je tips hoort over waar je je agenda nog meer of beter voor kan gebruiken, schrijf die dan op in je notitieboekje. Je kan het natuurlijk ook opslaan op je computer.
Bijvoorbeeld in een mapje ‘Agenda’ of ‘Huiswerk’.
Biblio Bott is de naam van onze Chatknop. Hij helpt je bij je lessen. Aan hem kan je al je vragen stellen. Je kan bijvoorbeeld alle stappenplannen opvragen, oefenen uit de methode of je lesboek tot je het juiste antwoord geeft en hij controleert of het antwoord juist is. Biblio kan veel, maar niet alles. Wat nu als je en vraag stelt waar hij geen antwoord op weet? Stel dan je vraag anders. Beschrijf het probleem in de Biblio Bott.
Bekijk de video ‘5 types leerlingen in jouw klas’
Als je goede tips hoort, schrijf ze dan in je notitieboekje. Of bewaar die informatie op je computer. Maak eerst een mapje ‘Slim leren’. En daaronder bij elke module een nieuw mapje. Bijvoorbeeld: ‘Jouw klas, een topklas’. Als je liever wil schrijven, koop dan een notitieboekje bij de Action, de Hema of een andere winkel.
Ik wens jullie een fantastisch schooljaar.
Stap 5 | Concentreer je
‘Concentreren’ betekent dat je je aandacht erbij houdt. Bijvoorbeeld als de docent iets vertelt of uitlegt. Of als je thuis je huiswerk leert. Als je je goed kan concentreren, onthoud je de lesstof het beste. Je kan tijdens de les ook aantekeningen maken, zodat je dat thuis nog eens na kunt slaan.
Als je je niet meer goed kan concentreren, onthoud je het niet zo goed. Neem dan een korte pauze van bijvoorbeeld 15 minuten. Alles wat je daarbij af kan leiden, noemen we ‘stoorzenders’. Die kan je uitzetten, zodat je niet wordt afgeleid.
Opdracht 1 | Wat versta je onder stoorzenders?
Bedenk: door welke stoorzenders jij soms afgeleid wordt?.
Stoorzenders leiden je af. Daardoor kan je je niet concentreren. Bijvoorbeeld: als je telefoon gaat.
Dat je je niet zo goed kan concentreren, kan komen door wat jezelf doet. Bijvoorbeeld: omdat je een vriend(in) gaat bellen als je een toets leert. Maar ook door wat anderen doen. Hoe ga je daarmee om?
Bijvoorbeeld: iemand in de klas zit steeds door de uitleg van de docent heen te praten. Wat doe je dan?
Stap 6 | Bedenk vragen
Stoorzenders leiden je dus af. Afhankelijk voor hoe gevoelig je daarvoor bent, kan dat een telefoontje zijn, de radio die aan staat, lawaai van buiten of je kleinze zusje die binnenkomt. Als je daar last van hebt, moet je er iets aan doen. Maar wat?
Opdracht 2 | Zet stoorzenders uit.
Bedenk: hoe wordt het voor jouw rustig?
Dan doe je daar iets aan.
Als je je goed kan concentreren, begrijp je dingen beter en onthoud je de lesstof langer. Dat zorgt ervoor dat je betere resultaten haalt. Als je wordt afgeleid kan dat ten koste gaan van je resultaten. Dan kan je pauze nemen, maar je kan ook je zusje vragen je met rust te laten. Of je kan je telefoon uitzetten of op stil zetten.
Om te checken of je de lesstof goed hebt begrepen, kan je je laten overhoren.
Bijvoorbeeld door je ouders, je oudere zus of iemand anders die je vertrouwt.
Als je huiswerk hebt, begin dan met het leren van de belangrijkste taak. Dat kan een toets zijn of een presentatie. Als je daarmee klaar bent, laat je dan overhoren. Zet dat in je agenda, want ook overhoren kost tijd.
Hoe maak je een toets?
- Lees eerst alle vragen.
- Begin met de vragen die je al weet. De rest sla je even over.
- Daarna maak je de vragen die je denkt te weten.
- En als laatste beantwoord je de moeilijkste vragen.
Wat heb je geleerd?
Deze les heb ik geleerd wat je kan doen als je wordt afgeleid.
Challenge
Bespreek dit met de klas
Dit was de laatste les van deze module. Wat heb je eraan gehad? Zet dat in je notitieboekje. of in je computer.. Bereid de toets nu voor en maak die zoals je hebt geleerd. De volgende les bespreken we met de klas of je tevreden was.
Extra opdracht
Zet dit in je agenda.
Welke module wordt de volgende les besproken? Wat moet je daarvoor meenemen?
Bijvoorbeeld het boek waar de lesstof in staat die je voor toets moet leren.