Chat with us, powered by LiveChat

Module 1 | Kiezen

Les 1 Hoe maak je een planning?.

 

Om stress te voorkomen, kan je elke dag als je met je huswerk begint, een planning maken. Plannen betekent: je tijd organiseren! Wat doe je wanneer? En in welke volgorde? En waarom? Daarover gaat deze les.

 

Wat staat er voor morgen in je agenda? Waar begin je mee en hoeveel tijd ga je eraan besteden? En in welke volgorde leer of maak je je huiswerk? Daarbij speelt ‘concentreren‘ een belangrijke rol. Des te beter je je kan concentreren, hoe beter onthoud je wat je hebt geleerd. Dan maak je ook minder fouten.

In de Mediabox vind je ook een blog met video over hoe je om kunt gaan met stress.

 

Na deze les weet je hoe je de lesstof het best kan onthouden.

 

 

Terugkijken

 

De laatste les van de module Motivatie heb je je Plan van Aanpak gemaakt. Hoe staat het daarmee? Zijn er nog verbeterpunten mogelijk? Zet die in je notitieboekje of bewaar ze op je computer. Hoe is vorige week de toets gegaan? Was je tevreden over je cijfer. Wat kan er nog beter?

 

Noteer verbeterpunten in je notitieboekje.

Of bewaar die op je computer. In het mapje ‘Motivatie’.

 

 

Sla goede tips op.

In een mapje ‘Plannen’. Die kan je erbij pakken als je je voorbereidt op een volgende toets.

 

 

Wanneer heb je de volgende toets?

 

Zet dat in je agenda.

Voor welk vak is de toets? En wat moet je ervoor doen? Verdeel het leren van de toets over 3 of 4 dagen. Zet wat je gaat doen in je agenda op de dag dat je het wil gaan doen.

 

 

Plannen is je tijd organiseren. Dat betekent dat je vooraf bepaalt wat je wanneer gaat doen.

 

  1. Wat moet je vandaag doen? Kijk daarvoor in je agenda of in de elo.
  2. Hoe lang ben je ongeveer met een taak of afspraak bezig denk je?
  3. Wanneer doe je wát? In welke volgorde plan je je huiswerk?
  4. Denk ook aan privé-afspraken? En pauzes.

 

 

 

Wist je  dat lachen gezond is. Het geeft een boost aan je immuunsysteem. Dat betekent dat je minder kans hebt om ziek te worden. Als je lacht ben je ontspannen. Het vermindert angst en stress.

 

 

 

 

 

William James is de naam van onze Chatknop. Als je vragen hebt bij een les of bij een vak dan kan je die aan hem stellen. Je kan bijvoorbeeld alle stappenplannen opvragen, oefenen uit de methode of vragen stellen als je iets niet begrijpt. Bijvoorbeeld bij wiskunde.Wat nu als je een vraag stelt waar hij geen antwoord op weet? Stel dan je vraag op een andere manier. Beschrijf het probleem in de Chatknop. Net zolang tot je het wel begrijpt.

 

 

Bekijk de video

 

Bekijk de video. Hoor je goede tips, sla die dan op in het mapje ‘Kiezen‘. Je mag het ook een andere naam geven. Als jij maar begrijpt wat het betekent. En waar je het kan vinden.

Positief denken zorgt er voor dat je gelukkiger bent dan iemand die negatief denkt. Draai negatieve gedachten om. Probeer het maar eens. .

 

 

Stap 1 | Schrijf op wat je wil doen.

 

Een stoorzener leidt je af als je je huiswerk maakt.

Bijvoorbeeld: je ruimt je bureau op, zet je telefoon uit, etc. Daarom zetc je die uit als je aan je huiswerk begint. Dan word je niet afgeleid en kan je je beter concentreren. Daarna maak je een dagplanning; wat moet je per dag aan je huiswerk doen? En in welke volgorde?

 

Opdracht 1 | Kijk in je agenda.

 

Zet alles wat je vandaag wil doen in de juiste volgorde in je agenda.

Je kan het ook op een apart blaadje opschrijven. Of achter elke taak in je agenda een cijfer zetten  Wat je als eerste wil doen geef je een 1. Etc.

 

Wat wil je vandaag na schooltijd doen? Heb je privé-afspraken? Dat zijn afspraken buiten schooltijd.

Bijvoorbeeld: met vrienden of je sportvereniging (trainen). En heb je huiswerk? Wanneer wil je het gaan doen? Maak daarmee een to do-lijstje voor vandaag. Wat je het eerste doet, staat bovenaan.

 

De 2-minuten regel

 

Ken je de 2-minuten regel? Alle dingen die je binnen 2 minuten kunt doen, moet je meteen doen. Die hoef je ook niet in je planning te zetten.

Bijvoorbeeld: dingen klaarleggen, opruimen, een mailtje sturen, etc.

 

Waarschuwing:

80% van alle gedachten is negatief. Dus let goed op: draai elke negatieve gedachte om, net zo lang tot je niet beter weet. Daar heb je de rest van je leven profijt van. Bovendien zal het de sfeer in de klas verbeteren.

 

Stap 2 | Verdeel een toets over 3 dagen.

 

Voor je aan je huiswerk begint, zet je alle stoorzenders uit. Daarna leg je alles klaar wat je daarbij nodig hebt. Vervolgens  maak je een planning. Kijk daarbij als eerste of je de komende week een belangrijke taak hebt.

Een belangrijke taak is een taak die grote invloed heeft op je rapportcijfers.

Bijvoorbeeld een toets. Die taak verdeel je over meerdere dagen.

 

Je onthoudt de leerstof beter als je de lesstof herhaalt. Maar nog beter is als je het op verschillende manieren leert.  Denk bij woordjes leren aan:

 

  • Dag 1 leer je alle woordjes in het Engels en andersom.
  • Dag 2 schrijf je alle woordjes in de vreemde taal op.
  • Dag 3. Op de laatste dag controleer je of je de lesstof kent of begrijpt.

Bijvoorbeeld: door je te laten overhoren.

Opdracht 2 | Hoe verdeel je het leren van de toets?.

 

Daarbij kan je een Plan van Aanpak gebruiken. Daarin zet je in elke kolom wat je wil gaan doen. Wat je het eerste gaat doen, staat bovenaan. Bewaar deze informatie . Of zet het meteen in je agenda; wat wil je per dag doen en op welke manier?

 

Bijvoorbeeld;

In kolom 1: Wat ga je doen? Bijvoorbeeld: ‘Toets voorbereiden”.

In kolom 2: Wanneer ga je het doen? Bijvoorbeeld: 12 oktober

In kolom 3: Hoe ga je het doen? Bijvoorbeeld: Tekst globaal lezen’.

In kolom 4. Opmerking. Bijvoorbeeld: Zie stappenplan.

 

Als je voor een moeilijke keuze staat, neem daar dan de tijd voor.. Denk er goed over na, Bespreek het met iemand die je vertrouwt. Of zoek zelf uit  hoe groot die risico’s kunnen zijn.

 

 

Stap 3 | Zet het in de juiste volgorde.

 

Om een goed overzicht te krijgen van hoe je je huiswerk gaat doen, zet je alle taken in de juiste volgorde. Daarbij moet je rekening houden met concentratie, herhalen en om welke taak of afspraak het gaat.

 

Plan om de drie kwartier een pauze in van 15 minuten.

Of als je je niet meer kan concentreren. Na elke pauze plan je een leertaak in.

Wat is een goede volgorde?

 

  1. Begin met de belangrijkste of moeilijkste taak. Dan kan je je nog goed concentreren.

Bijvoorbeeld een toets.

  1. Neem pauze als je je niet meer zo goed kan concentreren.

Bijvoorbeeld: 15 minuten.

  1. Na elke pauze leer je een leertaak.

Bijvoorbeeld woordjes leren.

  1. Wissel leer- en maakwerk af

Bijvoorbeeld: woordjes leren en sommen voor wiskunde

Opdracht 3 | Wat is de juiste volgorde?

 

Zet je huiswerk in de juiste volgorde in je agenda.

Of op een apart blaadje. Als het al in je agenda staat, geef dan elke taak, afspraak of pauze een cijfer. Wat je het eerste gaat doen, geef je een 1, wat je daarna doet een 2. Etc.

 Het leren van een toets kan je opdelen in tijd/ Verdeel het leren van de toets bijvoorbeeld over 3 dagen. Daar ben je elke dag bijvoorbeeld 50 minuten mee bezig.

Begin elke dag met de moeilijkste of belangrijkste taak. Daarna ga je 15 minuten pauzeren. Doe dan een leertaak.

 

Hoe onthoud je de leerstof het beste?

 

Als je de lesstof herhaalt. Bijvoorbeeld op dag 1 en 2. Plan dan nog een derde dag in om te checken of je de lesstof kent of begrijpt.

Een toets voor een zaakvak doe je bijvoorbeeld zo: 

 

Dag 1. Bekijk de tekst globaal. En lees de tekst actief.

Dan kijk je wat je als eerste opvalt.

Bijvoorbeeld: de titel, kopjes, vet- en schuingedrukte woorden, plaatjes en onderschrift.

Dan heb je al een aardig idee van waar de tekst over gaat. Daarna bepaal je wat het onderwerp is, en de hoofdgedachte.

 

Dag 2. Markeer of onderstreep je de hoofdzaken.

Alle zinnen die te maken hebben met de hoofdgedachte zijn hoofdzaken. Daarmee maak je de samenvatting.

Bijvoorbeeld: noteer de hoofdzaken op een blaadje of in een toets-schrift. Met deze informatie maak je in je eigen woorden een samenvatting.

 

Dag 3. Check of je de tekst begrijpt.

Om te checken of je de tekst begrijpt, laat je je overhoren.

 

 

 

Dingen die je niet begrijpt, zet je in je agenda. Op de dg dat je het gaat vragen aan je docent. Check wel eerst of hij die dag op school is. Bewaar het antwoord in je notitieboekje of op je computer bij ‘Plannen’.

 

Wees lief voor jezelf, dan ben je dat vaak ook voor anderen.

Stap 4 | Bepaal hoelang iets duurt.

 

Nu heb je alles op een rijtje en hoef je – behalve het leren en maken – nog maar één ding te doen: zet achter elke taak of afspraak hoeveel tijd je daaraan wil of moet besteden. Vink het af als je het hebt gedaan.

Als het om iets buiten schooltijd gaat, schrijf dan de totale tijd op. Vanaf het moment dat je van huis gaat tot je weer thuis bent.

 

Wat is schatten?

Schatten betekent dat je bedenkt hoeveel tijd iets iets ongeveer kost.

Opdracht 4 | Hoeveel tijd wil je aan een taak besteden?.

 

Bedenk hoe je de toets aan gaat pakken. 

Voor welk vak heb je de toets? Over hoeveel dagen ga je de toets verdelen? En wat doe je elke dag? Zet dat in je agenda. Maak daarmee je planning. Of zet het in een kolommen schema. En houd je daaraan.

 

Stap 5 | Houd je aan de planning.

 

Een planning maak je niet voor niks. Het is de bedoeling dat je je daaraan houdt. Dan is het slim om ervoor te zorgen dat je niet teveel dingen plant. Als je op één dag te veel huiswerk hebt, verdeel het dan over meerdere dagen. Begin daar dan een of meer dagen eerder mee. Kijk dus regelmatig (elke week) vooruit.

 

Opdracht 5 | Hoe maak je een goede planning?.

 

Zet alles wat je op een dag wil doen in de juiste volgorde.

 Waar je mee wil beginnen, geef je een 1, wat je daarna doet een 2, etc.

 

 

 

 

Stap 6 | Maak een planning.

 

Voor het leren van alle toetsen in een toetsweek, doe je in principe hetzelfde. Je verdeelt het leren van elke toets over 3 dagen en maakt dan per dag een planning. Begin elke dag met de toets. Houd dan ook rekening met privé afspraken en andere schooltaken. Vervolgens zet je alles wat je moet doen op een dag in de juiste volgorde. En bepaal je hoeveel tijd je aan elke taak wil besteden.

Als je merkt dat je je planning niet gaat halen, omdat je steeds gebeld wordt, dan kan je maatregelen nemen.

Bijvoorbeeld door je telefoon uit te zetten. Of elke dag een half uur in te plannen om mensen te bellen.

 

Zet achter elke taak of afspraak de tijd te die jij denkt nodig te hebben. Zo houd je overzicht. Daarmee help je jezelf om je aan je eigen planning te houden of je planning aan te passen.

Opdracht 6 | Maak een planning voor de toetsweek.

 

 

Maak nu per dag de definitieve planning voor de toetsweek.

Vergeet niet al het andere huiswerk, privé afspraken en pauzes in te plannen.

 

 

Je kan dat eerst op papier doen. Daarna zet je elk onderdeel per dag in je agenda, op de dag dat je het gaat doen. Zet alle onderdelen in de juiste volgorde.

 

Om meerdere toetsen te leren, is het slim om alle toetsen door elkaar te gooien. Doe dan elke dag iets aan elke toets. Houd natuurlijk wel rekening met welke toets eerst komt, welke als tweede, etc.

 

Hoe maak je een planning voor de toetsweek?

 

Bijvoorbeeld:

Nederlands:

Dag 1. Tekst globaal lezen en tekst bestuderen.

Dag 2. Hoofdzaken bepalen en daarmee een samenvatting maken.

Dag 3. Je laten overhoren.

Start: 12 oktober

 

Wiskunde:

Dag 1. Hoofdstuk 1.

Dag 2. Hoofdstuk 2.

Dag 3. Overhoren.

Start: 13 oktober

 

Engels:

Dag 1. Alle woordjes leren (eerst involgorde, daarna door elkaar).

Dag 2. Alle woordjes die je nog niet goed onthoudt leren (door elkaar).

Dag 3. Alle woordjes door elkaar.

Dag 4. Overhoren (door elkaar).

Start: 15 oktober

 

 

Dus, hoe pak je het aan?

 

Bijvoorbeeld: begin minstens een week voor je de eerste toets hebt. Op één dag maximaal 2 toetsen.

Dag 1. 12 oktober: dag 1 Nederlands, dag 1 wiskunde plus ander huiswerk en afspraken

Dag 2. 13 oktober: dag 2, wiskunde en dag 1 Engels plus idem

Dag 3. 14 oktober: dag 2 Nederlands en dag 2 Engels

Dag 4. 15 oktober: dag 3 Nederlands en dag 3 wiskunde, plus overhoren.

Dag 5. Dag 3 Engels, plus overhoren.

Plus idem. Etc.

 

Als je een taak hebt afgerond, vink het dan af. Je mag deze taak ook doorstrepen of een kleurtje geven.

 

Neem het leven niet altijd zo serieus. Kijk welke zaken of mensen je energie kosten. Schrap die! Ruil dat in voor dingen of mensen die je energie geven en dus wel veel opleveren.

Wat heb je geleerd?

 

Na deze les weet je hoe je een toetsweek kunt plannen.

Challenge

 

Bespreek de volgende les hoe je het de afgelopen week hebt aangepakt.

Ben je tevreden met het resultaat?

Extra opdracht

 

Als je vragen hebt of iets niet begrijpt, schrijf die in je agenda. Zet erbij aan wie je dat wil vragen. Probeer eerst William James.