WAAROM SLIM LEREN?
Ik heb zo’n 30 jaat ervaring met de vaardigheden en contact met scholen. In 1995 richtte ik samen met een vriend Tumult op. Dat was al snel een financieel succes, maar eindigde in 2017 in een te groot verschil van mening. Daarna ben ik gestart met Impuls Educatief, een educatieve uitgeverij waar ik de structuur en de opmaak van het lesmateriaal, verbeterde. Dat is de stevige basis voor wat Slim Leren nu te bieden heeft.
Maar waar ik al die dertig jaar tegenaan liep, was dat de verschillen tussen de leerlingen op verschillende scholen wel heel erg groot waren. Dat had alles te maken met hoe een school, een afdelingsleider en de mentoren aankeken tegen het geven van vaardigheden, het was meer een gewoonte dan een passie.
Mijn uitdaging?
Mijn uitdaging was dan ook dat elke leerling op school leert hoe hij het beste kan studeren. En daar wrong um de schoen. De ene school bestelde elk jaar de methode en werkte er nauwelijks mee. De andere school wist precies waarom en hoe de vaardigheden leerlingen echt konden helpen om beter te studeren. Dat had in eerste instantie natuurlijk met de school, vervolgens met de afdelingsleider en uiteindelijk vooral met de mentoren te maken. Hoewel ik vind dat ouders en eventueel een bijlesinstantie daar ook mee te maken hadden.
Om met de mentor te beginnen: mentoren hebben in hun studietijd niet of nauwelijks geleerd hoe ze de vaardigheden aan konden leren. Aangezien dat toch heel andere koek is dan lesgeven in het vak waar je voor hebt gestudeerd. Dus logisch dat er grote verschillen zaten in hoe deze vaardigheden werden aangeleerd. De ene mentor was razend enthousiast, wat leidde tot enthousiaste leerlingen. De andere mentor werkte te hooi en te gras met de methode (bijvoorbeeld als er tijd over was) en de derde mentor zag er huizenhoog tegenop om die lessen te geven, die deed het vaak helemaal niet. De kinderen die bij de enthousiaste mentor in de klas zaten, waren beduidend enthousiaster dan de leerlingen in de klas bij de ‘bange’ mentor. Logisch toch!?
Het is ook logisch dat de leerlingen in zijn klas er niets van opstaken. Zo werkte het ook met afdelingsleiders. Aangezien een afdelingsleider vaak was begonnen als mentor, is het niet zo gek dat je daar ongeveer dezelfde categorieen had. Maar uiteraard begint alles met de visie en de missie van de school.
Ik ken maar weinig scholen waar die visie en missie bij vaardigheden in leerplannen waren opgenomen. Het had er alle schijn van dat de school uit gewoonte elk jaar dezelfde methode aanschafte en daar vaak jaren mee doorging. Alles bleef wat dat betreft bij het oude.
Wat wel veranderde was de mentorles zelf. In mijn begintijd was de mentorles vooral bedoeld om er de vaardigheden in te geven, maar gaandeweg kwamen er in die les steeds meer actuele mentorzaken aan bod. Langzaam maar zeker werd de ruimte daarvoor steeds kleiner. Dat maakte het voor de mentor gemakkelijker om er minder aandacht aan te hoeven besteden. Ze hadden nu immers een steekhoudend argument: ‘De mentorles is overvol!’
Het heeft me altijd verbaasd hoe er op de scholen met de vaardigheden, met name de studievaardigheden, werd omgegaan. Studievaardigheden zijn bedoeld om de leerling te leren studeren. Best belangrijk zou je zeggen. ‘Wat je belangrijk vindt, moet je ook belangrijk maken;, is altijd mijn stelling geweest en daar zag ik op veel scholen niets van terug.
Gelukkig waren er ook scholen die de (studie)vaardigheden als een vak zagen. Een uur waarin alleen de vaardigheden werden gegeven. Daar zag je dat een visie en een goede structuur zijn vruchten afwierpen. Er waren zelfs scholen die één of enkele mentoren verantwoordelijk maakten voor de studievaardigheden. Deze mentoren gaven niet alleen de vaardigheden, maar organiseerden ook het hele proces. Met name daar zagen de leerlingen het als een belangrijke ondersteuning bij het leren.
Hoe zit het nu?
Dat is de basis voor Slim Leren. Hoewel ik altijd tegen een digitale aanpak ben geweest, ben ik gaandeweg de voordelen ervan in gaan zien. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld leren waar en wanneer ze maar willen. Ook maakt dit het voor mentoren veel gemakkelijker. Het is immers niet leuk als je elke mentorles tegen zijn zin les stond te geven. Bij Slim leren krijgt de mentor een coachende rol. Het mooie daarvan is dat de mentor ook meeprofiteert van de positieve resultaten. Als je leerlingen leert hoe ze het beste kunnen studeren, is het logisch dat de resultaten beter worden.
Ook gaat de vakdocent een belangrijkere rol spelen: bij het opgeven van de toets wordt het stappenplan uitgelegd. Bij Slim leren gaat het niet in de eerste plaats over hoge cijfers, maar veel meer over motivatie, zelfvertrouwen, een betere geestelijke gezondheid en meer plezier, Als dingen vanzelf gaan, hoef je er niet steeds over in te zitten. Ook dat is logisch. Dat is voor iedereen leuker. Toch?
Daarom Slim leren!